Terug op ‘t honk

Naam: Robbert Schuurmans
Functie: werkvoorbereider industrie
Bij Veld sinds: 2010
Leeftijd: 31
Leukste van je werk: de variatie

Soms kun je niet krijgen wat je wilt. Of niet diréct. Dat gold voor Robbert Schuurmans. Inmiddels werkt hij toch al zeker 10 jaar bij Veld Koeltechniek. Pardon, 9½ want hij maakte even een ‘uitstapje’, om als de bliksem weer terug te keren.

Lekker gewoon

“De fijne collega’s op de afdeling, kunnen zijn wie ik ben en elkaar op een normale manier aanspreken als er iets is - dat vind ik zo fijn aan de afdeling werkvoorbereiding. Lagen? Tegen iemand op moeten kijken? Dat hebben we niet. Wel rollen, maar we kunnen gewoon een lolletje met elkaar maken. En we zijn weliswaar met 200 man bij Veld, maar ik heb met zo’n 25 mensen van doen. Dat is prettig behapbaar.”

Aan de slag bij Veld

Robbert woonde tien jaar geleden met zijn ouders aan de overkant bij Veld. Na school en zaterdagswerk in de techniek wist hij dat dit hem lag. “Ik kon er aan de slag als tweede montagemonteur retail en mocht gelijk opleidingen en cursussen volgen.”

Loopbaan op stoom

Er zat wel veel druk op de ketel; ombouwen van koelinstallaties in de supermarkten en horeca moet vaak in twee tot drie weken gebeuren. “Voor mij was dat best stressvol." Van mezelf ben ik ook al wat drukker en meer aanwezig. Tja, dat versterkte elkaar bij mij.” Toen er na vier jaar een plek vrijkwam bij de industriële koeltechniek, bleek hij daar dan ook meer op zijn plek. “De projecten hier zijn uitgespreid over twee tot drie maanden en kan ik dus beter overzien.”
Ondertussen naderde voor een oudere collega het pensioen. Langzaam schoof die zijn hoofdmonteurstaken aan Robbert door. En zo kreeg zijn carrière een nieuwe move.

Gluren bij de buren

Toch knaagde er iets. “Ik was op zoek naar een andere balans, een combinatie van kantoorwerk en op de weg zitten. Daarom ging ik om mee heen kijken.” In eerste instantie met succes … om te ontdekken dat je pas weet wat je hebt, als het verdwenen is. “Bij mijn nieuwe werkgever lukte het niet echt om mijn draai te vinden.” Ondanks zijn nieuwe job hield hij contact met zijn vorige werkgever. “Toen de directeur van Veld me ook nog eens belde voor een kop koffie, ben ik langs gegaan. Wat bleek? Er was een plek in de binnendienst als werkvoorbereider. Binnen 20 minuten wist ik het.” En zo keerde Robbert terug op het honk, in een nieuwe functie.

Afwisseling ten top

Als werkvoorbereider is hij nu helemaal happy. “Nieuwe projecten spelen vaak bij klanten waar ik als monteur kwam. Ik weet dus vaak al waar het over gaat en bespreek onder meer hoe we het gaan maken, in welke periode het moet gebeuren en welke monteurs dit gaan doen.” Alles wat er daarna op stapel staat, zoekt Robbert uit. “Van calculeren, offertes opvragen en tekenkamer begeleiden tot op het startmoment het vervoer afroepen en een hijskraan regelen.” Na afloop checkt hij de facturen en doet hij nacontrole. Kortom, afwisseling ten top.

Cruciaal contact

Eén ding vindt de werkvoorbereider nu extra belangrijk: “Goeie communicatie, zowel met collega’s van verschillende afdelingen, als met klanten en leveranciers. Zelf ben ik daar natuurlijk ook een schakel in, maar je moet het met z’n allen doen. Daarbij moet je eventuele fouten wel durven toegeven. Want fouten maken is niet erg, als je ze maar oplost. Gelukkig zit dat hier prima.”


Werken in een leuk en hecht team

Van nieuwe collega’s op zijn afdeling vindt Robbert het belangrijk dat ze meedenken, humor hebben en hun mannetje staan. “Mensen geven hier hun eerlijke mening. Daar krijg je dan een leuk en hecht team voor terug. Een team waarin je geen nummer bent, maar waar er naar je wordt geluisterd.”

Leukste aan mijn werk: Mooie mix van veel soorten werk

“Bij andere bedrijven heb je een ploegje voor elke taak en doe je dus maar een deel. Bij Veld doe je alles. Eén leukste klus heb ik daarbij niet; juist dat veelzijdige spreekt me aan. Eerst als monteur met alle technische facetten, nu met werkvoorbereiding, waarin elke projectdeel zijn aandachtspunten heeft. Als er dan uiteindelijk een mooi koel-vrieshuis staat, of iets anders, ja, dan voel ik me wel trots.”